Bewindvoering

Voor het nemen van financiële beslissingen

Beschermingsbewindvoering (hier verder omschreven als bewindvoering) is bedoeld om de financiële belangen te behartigen van meerderjarige personen die daar vanwege hun lichamelijke of psychische toestand of vanwege sociale omstandigheden tijdelijk of voor een langere periode niet toe in staat zijn. 

Indien een meerderjarige als gevolg van zijn lichamelijke of geestelijke toestand tijdelijk of duurzaam niet in staat is ten volle zijn belangen van vermogensrechtelijke aard zelf behoorlijk waar te nemen, kan de kantonrechter een bewindvoering instellen over één of meer van de goederen die, hem als rechthebbende toebehoren of zullen toebehoren.” (art. 1:431 BW) 

De bewindvoerder zorgt onder andere voor afhandeling van de post, betaling van vaste lasten en het aanvragen van voorzieningen ter verhoging van het inkomen. Alle post komt binnen bij de bewindvoerder en alle inkomsten worden gestort op een beheerrekening op naam van de rechthebbende. De beschikking over deze beheerrekening ligt in handen van de bewindvoerder. Afhankelijk van de wensen en mogelijkheden wordt huishoudgeld overgeboekt op een leefgeld rekening waarover de rechthebbende zelf de beschikkingsbevoegdheid heeft. 

Bewindvoering is niet bedoeld om schulden te saneren. Indien een rechthebbende schulden heeft zal de bewindvoerder echter wel trachten via de daarvoor geëigende wegen tot een schuldenregeling te komen. 

Instelling van bewindvoering kan worden verzocht door de rechthebbende(e) zelf, de echtgeno(o)t(e) of geregistreerd partner en bloedverwanten (in de rechte lijn en in de zijlijn tot de vierde graad). Bewindvoering kan ook worden aangevraagd door een voogd, een curator, een mentor, gemeente, de hulpverlener / hulpverlenende instantie of door het openbaar ministerie. 

Bij beschermingsbewind blijft de persoon om wie het gaat handelingsbekwaam, echter kan de rechthebbende niet meer zonder medewerking van de bewindvoerder over goederen die onder het bewind vallen beschikken. Het beheer over de goederen berust uitsluitend bij de bewindvoerder.